Honderd jaar geleden gold tuberculose nog als volksziekte nummer één, tegenwoordig komt de ziekte in Nederland nauwelijks meer voor. Omgekeerd sprak niemand in 1900 over hypertensie of een hartinfarct.
Ziekten komen en gaan. Net als de reactie op die aandoeningen. Zo is weerstand tegen vaccinatie, zoals we die tegenwoordig steeds vaker zien, geen nieuw verschijnsel; al sinds de late achttiende eeuw maken orthodoxe christenen hiertegen bezwaar.
Het boek Medische geschiedenis geeft een overzicht van de geschiedenis van wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen van de geneeskunde en de doorwerking daarvan in de moderne gezondheidszorg. Hoe is in de loop van de tijd gereageerd op ziekte en bedreigingen van de volksgezondheid? Waar, hoe en door wie werd de daartoe benodigde kennis verworven? Hoe werd die kennis in de praktijk gebracht? Wat kunnen we leren van het verleden?
In de vier delen ('Ziekte', 'Kennis', 'Dokter en patiënt'en 'Maatschappij en gezondheidszorg') biedt Medische geschiedenis een kader voor reflectie op de huidige medische praktijk. De medische geschiedenis wordt daartoe besproken in thema's die relevant zijn voor het begrip van moderne gezondheidszorg.
De thematische opbouw past bij de moderne visie op de medische geschiedschrijving. Daarbij is niet alleen aandacht voor de grote dokters en de vooruitgang in de geneeskunde, maar ook voor de maatschappelijke context en de paradoxen in het stelsel.
De redactie heeft nationale en internationale auteurs geselecteerd die als onderzoeker en docent in de betreffende thema’s hun sporen hebben verdiend.
Het boek is door de brede opzet interessant voor alle professionals werkzaam in de gezondheidszorg. Van het boek is ook een speciale versie beschikbaar voor het onderwijs; Leerboek medische geschiedenis (ISBN 9789036819893).