Hoe is in de loop van de tijd gereageerd op bedreigingen van de volksgezondheid? Waar, hoe en door wie werd de daartoe benodigde kennis verworven? Hoe werd die kennis in de praktijk gebracht? Bij wie ligt eigenlijk de verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorg? Wat kunnen we leren van het verleden?
Het Leerboek medische geschiedenis biedt studenten geneeskunde en gezondheidswetenschappen een overzicht van zowel de wetenschappelijke als de maatschappelijke ontwikkelingen van de geneeskunde en de doorwerking daarvan in de moderne gezondheidszorg. Daarbij is niet alleen aandacht voor de vooruitgang in de geneeskunde, maar ook voor de paradoxen in het stelsel. Steeds vaker dwingen wetenschappelijke doorbraken de geneeskunde na te denken over haar opdracht, grenzen en beperkingen.
De thematische opbouw van het leerboek past bij de moderne visie op de medische geschiedenis. In vier delen (‘Ziekte’, ‘Kennis’, ‘Dokter en patiënt’ en ‘Maatschappij en gezondheidszorg’) biedt het een kader voor reflectie op de huidige medische praktijk. Per hoofdstuk zijn competenties, leerdoelen en leervragen geformuleerd. Het boek sluit daarmee naadloos aan bij het competentiegerichte onderwijs en het Raamplan Artsopleiding.
De redactie heeft nationale en internationale auteurs geselecteerd die als onderzoeker en docent van de betreffende thema’s hun sporen hebben verdiend.