Hadewijch (ca. 1210-1260) is een figuur die, ook internationaal, blijft boeien. Als auteur is zij bijzonder creatief en artistiek. Als begijn behoort Hadewijch tot een revolutionaire vrouwenbeweging, gevormd door "godvruchtige vrouwen" die, zelfbewust, niet in het klooster en evenmin in het huwelijk willen treden. Geestelijk en materieel zelfstandig komen deze eerste begijnen - die dus nog niet de "begijntjes" van de latere begijnhoven zijn - in conflict met de maatschappelijke orde. Zo hebben zij de reactie te verduren van clerici, wereldlijke en kerkelijke gezagsdragers en officiele religieuzen. Als mystica stelt Hadewijch, naast het heerlijke aspect van de liefdesgemeenschap, ook de pijnlijke kant ervan in het licht: met de minnegenieting gaat volgens haar een steeds heviger verlangen gepaard; in de eenheid wordt het anders-zijn van de Geliefde des te sterker. De vereniging met God is dan ook geen geestverheffing die de mens onttrekt aan het mens-zijn. Het echte een-zijn bestaat, integendeel, in het samenspel van "rusten" in God en "werken in deze wereld", van "God met God zijn" en "mens met de Mens" (Jezus). "Als mens zult ge leven!"
- dat is de keiharde kern van Hadewijchs leven en leer.