De liefde is een onderwerp dat Monsieur d'Amour—een van de pseudoniemen van de Maleise schrijver Njoo Cheong Seng—na aan het hart lag. Erg vrolijk was hij er niet over: vroeg of laat gaat het altijd mis in de honderden verhalen over de liefde die hij in het vooroorlogse Nederlands-Indië publiceerde. "Ik ben slechts geboren om het treurige leven te schilderen in romans vol bitterheid. Vreugde wordt altijd besproeid door tranen, als uit de altijd voortgolvende Zuidelijke Zee, als uit de hemel in de regentijd, bedekt met dichte wolken en mist", schreef hij in 1934 in de inleiding tot een van zijn romans. Liefde en geluk horen niet bij elkaar.
Njoo Cheong Seng is een van de vele—sindsdien vergeten—schrijvers van Chinese komaf die in de laat-koloniale tijd een aanzienlijk lezerspubliek aan zich wisten te binden met verhalen waarin op een bewust sentimentele, maar realistische wijze pijnlijke problemen en toestanden in de koloniale samenleving aan de orde werden gesteld in een schijnbaar onzorgvuldig maar daardoor levendig Maleis. Het is veelzeggend dat het leven in die samenlevingen in Njoo's visie voortdurend door tranen en treurnis wordt beheerst en dat alle vriendschappen en liefdesrelaties tot mislukken zijn gedoemd.
In deze uitgave worden twee van Monsieur d'Amours korte romans over mislukte liefde in een Nederlandse vertaling gepresenteerd: Nona Olanda s'bagi istri Tionghoa ("Een Hollandse vrouw als Chinese echtgenote", uit 1925) en Raden Adjeng Moerhia ("Raden Adjeng Moerhia", uit 1934).
Uitgegeven ter gelegenheid van de Boekenweek 2002