Onze samenleving lijkt van de ene ophefmakende gebeurtenis naar de andere te hollen: '11 september 2001', de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, de 'Schipholbrand' et cetera. Deze nieuwsgebeurtenissen kenmerken zich door de grote verbijstering die ze teweeg brengen. 'Onbegrijpelijk kwaad' is een cultuur- en mediafilosofisch onderzoek naar de reacties van verbijstering over de (kortstondige) ontsnapping en daden van Marc Dutroux. De Nederlandse samenleving kon de nieuwsberichten over deze misdadiger nauwelijks bevatten. Die verbijstering wordt verklaard met het op de filosoof Kant gebaseerde 'cultureel sublieme'. Het cultureel sublieme is de ervaring van de grenzen van het menselijk bevattingsvermogen als gevolg van excessieve mediaberichten. Interessant is dat de grenzen van 'ons' bevattingsvermogen cultureel bepaald zijn: ze zijn verbonden aan modernistische en postmodernistische wijzen van denken. Nadat de berichtgeving over Dutroux verbijstering heeft opgeroepen, worden de getoonde verschrikkingen alsnog dragelijk gemaakt in de media. Dat gebeurt door de verschrikkingen op afstand te plaatsen door een houding van morele superioriteit aan te nemen. In de betekenis die Dutroux dan krijgt, zien we dat de media kunnen fungeren als 'verwerkers' van grote verschrikkingen.