Dit woordenboek beschrijft de namen van de vloeiende waters in heel
Vlaanderen. In dit eerste deel komen de namen aan bod in de provincies
Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant en in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest. In het tweede boekdeel worden de beide Vlaanderen hydronymisch
onderzocht. Het woordenboek biedt een wetenschappelijk verantwoorde
taalkundige verklaring van de Vlaamse waternamen, met opgave van de
oudste vermeldingen en de betrouwbare literatuur. Ongeveer 8500
waterlopen passeren de revue en houden de herinnering aan de rijkdom van
onze waternamen levendig. Voor de geïnteresseerde leek een vlot leesbaar
boek, voor de wetenschappelijke onderzoeker een onontbeerlijk
werkinstrument!
Krachtens de wet van 7 mei 1877 werd de Atlas der
Waterlopen voor elke Belgische gemeente opgesteld. Hieruit namen de
samenstellers alle waternamen op voor de inventarisering en de
lokalisering. Voor de beschrijving van de recente toestand maakten ze
gebruik van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), versie 2014. De
auteurs raadpleegden eveneens licentiaatsverhandelingen, doctorale
proefschriften, monografieën over gemeenten, en historisch cartografisch
materiaal. Ter illustratie staan in het boek kaarten met de verspreiding
van grondwoorden en naamtypes, evenals foto's van waterlopen uit het
behandelde gebied. Het alfabetische register van gemeentenamen maakt het
uitgebreide materiaal vlot toegankelijk.
Aan het eerste deel werkten
mee: Paul Kempeneers, Karel Leenders, Vic Mennen en Bram
Vannieuwenhuyze, allen leden van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke
Commissie voor Toponymie en Dialectologie.