Drie dochters uit de adellijke Antwerpse familie Goubau, in 1715 als
kinderen wees geworden, zochten als tieners en twintigers hoe zij hun
familie zowel materieel als emotioneel bij elkaar konden houden. De drie
zussen Goubau steunden op tantes, neven en nichten, grootmoeders,
vriendinnen en enkele ooms om hun persoonlijke levens en familiale
ambities te realiseren. In hun brieven leren we hoe hun netwerk
functioneerde en hoe zelfstandig zij waren. De langst levende van de
drie, Joanna Theresia Goubau, geraakte door haar huwelijk met James
Dormer stevig in de Antwerpse elite verankerd en combineerde voor de
kinderen zorgen met zakendoen, ook nadat ze weduwe geworden was. Een
dubbelhuwelijk van haar dochter en haar stiefzoon met telgen uit de
prominente familie van Brouchoven van Bergeyck zette de kroon op het
werk en consolideerde de familie als een emotionele gemeenschap. Het
familiearchief, nu bewaard in kasteel Cortewalle in Beveren, ontsluit
ons hun wereld.