De schokgolf na de ontdekking dat seksueel misbruik van kinderen frequent voorkomt, is stilaan weggeebd. Bij het publiek zijn de gemoederen grotendeels bedaard. Maar een aantal slachtoffers blijft eenzaam achter, op zoek naar heling. Anderzijds aarzelen daders van seksueel misbruik tussen bekennen en verbergen. De opdracht deze mensen hulp te verlenen is niet eenvoudig. Dit boek wil bijdragen aan een professionele, pastorale begeleiding van slachtoffers en daders. Daarom wordt in een eerste deel gereflecteerd over de eigenheid van een pastorale benadering. Het hermeneutische model dat voortvloeit uit deze studie en gebaseerd is op de studie van P. Ricoeur, wordt concreet ingevuld in het tweede deel waarin het seksuele misbruik bestudeerd wordt. In de multidisciplinaire benadering wordt een beroep gedaan op de seksuologie en de psychotherapie. Terzelfdertijd wordt gezocht naar theologische resonanties. Zowel bij de daders als bij het slachtoffer staat de problematiek van verbondenheid, schuld en macht centraal.