Gifmenger tegen wil en dank speelt in de jaren tachtig in Nederland. Over euthanasie wordt dan nog slechts in bedekte termen gesproken. Het gebeurde wel, maar niet altijd even professioneel en handig. De huisarts die geen principiële bezwaren had tegen euthanasie was meestal aangewezen op in het geheim bereide middeltjes van de apotheker. Soms maakte de huisarts zijn eigen middel en meestal rapporteerde hij het overlijden als een natuurlijke dood.
In Gifmenger tegen wil en dank beschrijft Roy van Delden, pseudoniem van Ger Ettes, hoe hij en zijn collega's omgingen met verzoeken om euthanasie in de tijd dat dit nog wettelijk verboden was. Het boek is niet puur autobiografisch, Ettes verwerkte ook ervaringen van collega's in de verhalen. Met het pseudoniem wil hij aangeven dat het om een fictief verhaal gaat, al is het gebaseerd op ware ervaringen.
[...] Gifmenger tegen wil en dank is direct en indringend geschreven. Van Delden is behalve huisarts ook een mens met gevoelens, waarbij wanhoop, onzekerheid en gewetensnood vaak de overhand krijgen.
[...] Het knappe van dit boek is niet alleen dat het bijzonder boeiend is, maar ook dat van Deldens emoties en overwegingen van alle tijden zijn. Ook nu er een euthanasiewet is en er vele zaken beter geregeld zijn.